Er even tussenuit

Twee maanden in China en pas drie plekken gezien van dit prachtige land. Heerlijk om zo toegewijd met een ding bezig te zijn, maar soms heb je even tijd nodig om dingen te laten bezinken en met zo veel beweging, om mijn spieren rust te gunnen om zichzelf te herstellen en sterker te worden. Ik ben met twee vrienden (George en Tello)  een weekend camperen in wanfenglin. Een provincie verderop met prachtige bergen en honderden watervallen. We hebben niks voorbereid behalve waar we heen gaan en wat we mee nemen. Lekker op de bonnefooi dus. Eenmaal aangekomen in het dorpje is het te donker om kamp op te zetten, we slapen een nachtje in een guesthouse waar de mensen ons hartelijk ontvangen. We barbecueën en laten hun onze Kung Fu vormen zien, waar ze luid voor applaudisseren. Ik kan me voorstellen hoe leuk het is om toeristen jou traditionele eeuwen oude cultuur uit te zien voeren. De volgende dag huren we scooters en reiden we rond op zoek naar een campeer plek. We willen in de bergen camperen, maar de bergen zijn hier zo stijl dat je nergens echt kamp op kan zetten. We vinden een restaurant aan de rivier die achterin naast de tafels een vuurpeloton heeft en een grasveldje. We vragen en tot onze blijdschap mogen daar camperen. Perfect! Water, vuur en platte grond voor onze tent. We huren mountainbikes en maken een fietstocht in de bergen, scheuren rond met de scooters en reiden naar de stad om boodschappen te doen. De mensen in de dorpjes ontvangen ons overal hartelijk. Ze zijn niet gewend aan buitenlandse toeristen en een van ons (George) spreekt een aardig woordje Chinees, dus we kunnen zelfs met ze communiceren. We willen niet terug komen in de tempel met een achterstand dus waar we kunnen oefenen we Tai chi in de rijstvelden, onze vormen voor local publiek en stretchen we als we wakker worden.  De volgende dag willen we naar de watervallen, helaas doet China niet aan Google en is het adres van de plek dus nergens te vinden. Wat vreemd is, want het is een nationaal park. Maar goed we hebben foto’s, handen en voeten en een paar woordjes Chinees. Uiteindelijk na drie uur zoeken vinden we het park. Een diepe kloof in de aarde met een rivier ertussenin en watervallen aan de zijkant. Door de zon zijn hebben de meeste watervallen een regenboog. Omdat George en Tello een Kung Fu school willen openen maken we een aantal foto’s voor hun website, waarin zij in Kung Fu stances staan op de rotsen. In de avond eten we in het restaurant waar we Campersen in de tuin. We krijgen allemaal gratis gerechten en het eten is echt heerlijk! Na het eten spelen we met de kinderen van de eigenaar en doen we een Kung Fu performance en leren we de kinderen een paar stappen van de eerste vorm. De volgende ochtend reiden we met onze Shifu en een vriend van hem (die toevallig in deze provincie waren) mee terug naar de tempel. We worden uitgenodigd om ergens te lunchen onderweg in de stad met de burgemeester van de stad en twee van zijn medewerkers. Chinese zijn ontzetten gastvrij en super gul. Ik baal ervan dat ik niet echt met ze kan communiceren. Als ik ooit terugkom voor een langere periode, ga ik proberen de taal te leren.